Erfbelasting daalt met half miljard
Door André de Vos
De opbrengsten van de erf- en schenkbelasting zijn de afgelopen jaren gekelderd. Werd in 2007 door de Belastingdienst nog bijna €1,9 mrd aan erf- en schenkbelasting geïnd, komend jaar is dat nog maar €1,4 mrd — bijna een half miljard euro minder. De opbrengsten blijven de laatste jaren ook steeds achter bij de begroting. Vorig jaar haalde de fiscus €1,5 mrd erf- en schenkbelasting op, terwijl op €200 mln meer was gerekend.
Sinds het begin van de crisis staan de inkomsten uit erfbelasting onder druk. Dat wordt veroorzaakt door krimpende vermogens, het feit dat ouderen vaker het geld zelf opmaken en de in 2010 veranderde successiewetgeving. Volgens een woordvoerder van de Belastingdienst was een teruggang van zo’n € 200 mln in inkomsten bij de invoering van de nieuwe erfbelasting ingecalculeerd. Dat geld zou terug moeten komen via extra belasting op onder meer afgezonderd particulier vermogen, zoals familietrusts. ‘Maar we kunnen nog niet zeggen of dat ook inderdaad het geval is.’
Als de malaise op de woningmarkt blijft voortduren, kan ook de voor volgend jaar ingeboekte €1,4 mrd erf- en schenkbelasting wel eens tegen gaan vallen. Huizen vormen in de meeste erfenissen de grootste vermogenscomponent. In 2009, het laatste jaar waarover het CBS getallen heeft, werd in totaal €12 mrd nagelaten.
De erfbelasting ontwikkelt zich tot een hoofdpijndossier voor het ministerie van Financiën. Los van de dalende inkomsten lopen er momenteel procedures van particuliere belastingplichtigen. Zij claimen dat de vrijstellingen voor ondernemingsvermogen ook voor particuliere vermogens zouden moeten gelden. Zij kregen gelijk van de rechtbank Breda. De fiscus volgt nu een speciale procedure massaal bezwaar voor alle particulieren die voor de uitzondering in aanmerking denken te komen.
Economen pleitten de afgelopen jaren geregeld voor een hogere erfbelasting, omdat het een rechtvaardige en weinig ingrijpende vorm van belastingheffing is.
Het aantal erfenissen gaat de komende decennia fors stijgen. Maar nabestaanden en Belastingdienst hoeven zich niet rijk te rekenen. Ouderen maken hun geld zelf op.
‘Wij hebben geen vooropgesteld plan om een erfenis aan onze kinderen na te laten, omdat we van ons eigen leven willen genieten’. Klinkt zelfzuchtig, maar volgens onderzoek van De Nederlandsche Bank kunnen twee op de drie Nederlanders zich helemaal in deze stelling vinden. Toch is er jaarlijks in 110.000 erfenissen 12 miljard euro te verdelen. Dat er zoveel overschiet, heeft praktische oorzaken. Niet iedereen slaagt erin zijn leven en vermogensafbouw tegelijk te laten eindigen.
Het is lastig om een balans te vinden tussen nalaten en een prettige oude dag, zegt notaris Aniel Autar, voorzitter van de EPN, vereniging van in estate planning gespecialiseerde notarissen. Mensen worden steeds ouder en de kans wordt groter dat ze voor hun eigen zorgkosten moeten opdraaien. Vroeger begonnen vermogende ouderen op hun vijftigste of zestigste met schenken aan hun kinderen om te voorkomen dat er veel belasting moest worden betaald over de erfenis. Maar schenken wordt steeds langer uitgesteld. Je weet niet of je het geld zelf nog nodig hebt.
Het aantal erfenissen gaat de komende decennia stevig stijgen. Nu overlijden jaarlijks 135.000 mensen. Dat loopt volgens prognoses van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op naar 215.000 rond 2050, om daarna weer te gaan dalen. Dan is de naoorlogse geboortegolf overleden. Maar de langgekoesterde verwachting dat die sterftegolf een tsunami aan erfkapitaal met zich meebrengt, lijkt niet uit te komen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau constateerde in 2010 dat de waarde van erfenissen, gecorrigeerd voor inflatie, al jaren aan het dalen is, tussen 1981 en 2005 met zo’n 8000 euro. Ook het percentage overledenen dat een erfenis achterlaat, daalt.
Daar komt de crisis nog eens overheen. Ook de nominale waarde van erfenissen daalt. In 2009, het recentste jaar waarvoor het CBS gegevens heeft, bedroeg het gemiddelde nagelaten vermogen 109.000 euro, 4000 euro minder dan het jaar ervoor. Dat is vooral het gevolg van de lagere huizenprijzen. In de meeste erfenissen is het huis de belangrijkste component. Ook de nagelaten hypotheekschuld groeit: 1,4 mrd euro in 2009, en nu waarschijnlijk nog veel meer.
De dalende vermogens zijn niet alleen een tegenvaller voor de erfgenamen; ook de fiscus heeft er last van. Vorig jaar ontving de Belastingdienst 1,5 miljard euro aan schenk- en erfbelasting. Dat was tweehonderd miljoen euro minder dan in 2010 en ook tweehonderd miljoen euro minder dan waarop was gerekend. De oorzaak: het gedaalde vermogen én de veranderde erfbelastingtarieven in 2010.
De lagere belastinginkomsten zijn niet toe te schrijven aan een groeiend gebruik van slimme ‘ontwijkconstructies’. Het aantal mensen dat fiscale omwegen zoekt, voor het merendeel vermogende Nederlanders, lijkt redelijk constant, al is onduidelijk hoeveel erfbelasting de fiscus misloopt door belastingconstructies bij erfenissen. De nalatenschappen die het CBS bijhoudt, zijn de fiscale nalatenschappen, dus de erfenissen die bij de Belastingdienst worden aangegeven. In de praktijk wordt vaak veel meer geld overgedragen.
Vooral families met grotere vermogens doen veel aan estate planning, zegt hoogleraar successierecht Bernard Schols. Dan hebben mensen in technische zin aan het eind van hun leven een nalatenschap van nul, terwijl ze wel veel geld hebben. Maar dat is dan bijvoorbeeld op papier geschonken en weer teruggeleend. Uit de erfenis worden dan eerst de gecreëerde schulden van ouders aan hun kinderen betaald.
Er zijn talrijke manieren waarop vermogen uit de erfenis kan worden gehouden. De meest voor de hand liggende is jaarlijks gebruik te maken van schenkingsvrijstellingen en zo het geld vast onbelast naar de volgende generatie te krijgen. Om toch nog over het vermogen te kunnen beschikken, worden dan papieren of herroepbare schenkingen gedaan. Zeer grote familievermogens worden ondergebracht in speciale rechtspersonen waar de erfbelasting geen vat op heeft. Momenteel loopt er een juridische discussie tussen overheid en een grote groep vermogende erfgenamen die claimen dat ze helemaal geen of heel weinig erfbelasting hoeven te betalen. Ze willen gebruikmaken van vrijstellingen die gelden voor de overdracht van familiebedrijven.
De erfbelasting geldt als een van de meest gehate belastingen. Het standaardargument van tegenstanders: er is al belasting over de erfenis betaald. Maar dat geldt voor veel belastingen, zegt hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer, die een paar jaar geleden een pleidooi hield voor een andere opzet van de erfbelasting. Een erfenis zou als inkomen moeten worden opgeteld én belast bij de ontvanger. Hij schreef er een opiniestuk voor de Volkskrant over. Nog nooit zoveel felle reacties op een stuk gekregen.
De Beer is niet de enige die pleit voor een andere en hogere erfbelasting. Veel economen, en niet alleen van linkse huize, zien een hogere erfbelasting als een relatief eenvoudige en pijnloze manier om meer belasting te heffen. Verhoging van de erfbelasting heeft amper effecten op de economie, zorgt voor een rechtvaardige herverdeling van geld en zou kunnen bijdragen aan het dragen van de kosten van de vergrijzing. De Beer: ‘Ik benader de kwestie filosofisch. Waarom hebben erfgenamen recht op geld waar ze niets voor doen? Zeker grote erfenissen komen terecht bij mensen die toch al veel geld hebben. Is dat goed voor de samenleving? Als je erfenissen via de inkomstenbelasting laat lopen, krijg je meer belasting binnen, betalen lagere inkomens minder belasting voor het geld dat ze ontvangen en hoef je geen vreemde indeling meer in klassen erfgenamen te maken. Iedereen kan het geld erven.’
Bernard Schols is evenmin groot fan van de huidige vorm van erfbelasting. ‘Er is eigenlijk geen goede maatschappelijke discussie over de erfbelasting. De nieuwe wetgeving uit 2010 is er doorheen gejaagd en laat weinig ruimte voor alternatieve vormen van overdracht. Wat als je een samenleving hebt met drie personen? Wie is dan de partner die de vrijstelling krijgt?’
Notaris Aniel Autar vindt de huidige wet te kort door de bocht. ‘De successiewet dwingt mensen bijvoorbeeld snel te scheiden, als het de bedoeling is dat de nieuwe partner fiscaal gunstig erft. Hierdoor wordt de boel vaak onnodig op scherp gezet en vaak zijn kinderen daar de dupe van.’
De fiscus moet voorzichtig zijn met de erfbelasting. Te hoge erfbelasting leidt tot een kapitaalvlucht naar het buitenland. Nu is de totale belastingdruk op geërfd vermogen gemiddeld 15 procent. Veel vermogen valt onder vrijstellingen en is daardoor onbelast. De fiscus houdt de komende jaren rekening met een stijging van de inkomsten uit de erf- en schenkbelasting van twee procent per jaar. Dat kon wel eens gaan tegenvallen nu de lucht uit de huizenmarkt ontsnapt en de hedonistische babyboomers hun geld voor eigen plezier aanwenden. Aan de andere kant: als de ouderen hun vermogens zelf opmaken, komt het geld eerder in de economie terecht en, via de btw, bij de fiscus.